Het boek Jeremia bevat de profetieën van Jeremia, gericht aan het volk van Juda tijdens een periode van moreel en geestelijk verval. Jeremia waarschuwt herhaaldelijk voor de komende vernietiging van Jeruzalem en de ballingschap in Babylon als straf voor hun afgoderij en ongehoorzaamheid aan God. Ondanks de aanhoudende oproepen tot bekering, blijft het volk hardnekkig, wat leidt tot het vervullen van Jeremia’s profetieën. Toch bevat het boek ook boodschappen van hoop: God belooft een nieuw verbond te sluiten met Zijn volk, waarin Hij hun harten zal vernieuwen. Jeremia’s boodschap benadrukt Gods rechtvaardigheid, maar ook Zijn barmhartigheid en genade.