Het boek Job vertelt het verhaal van Job, een rechtvaardig man die plotseling al zijn rijkdom, familie en gezondheid verliest. Ondanks zijn lijden blijft Job aanvankelijk trouw aan God, maar begint uiteindelijk vragen te stellen over de rechtvaardigheid van zijn omstandigheden. Zijn vrienden beweren dat zijn lijden een gevolg is van zonde, maar Job houdt vol dat hij onschuldig is. Uiteindelijk antwoordt God vanuit een storm en benadrukt Zijn soevereiniteit en de beperktheid van menselijke kennis. Job leert vertrouwen op God, zelfs zonder alle antwoorden te begrijpen. Het boek onderzoekt diepe vragen over lijden, gerechtigheid en Gods almacht.