Het Bijbelboek 2 Kronieken vervolgt de geschiedenis van Israël, met de nadruk op de koningen van Juda, vanaf de regering van Salomo tot de val van Jeruzalem en de Babylonische ballingschap. Het begint met Salomo’s wijsheid, zijn bouw van de tempel, en zijn rijkdom. Daarna volgt het de opeenvolgende koningen van Juda, waarbij hun trouw aan God of hun afvalligheid wordt belicht. Hervormingsgezinde koningen zoals Josafat, Hizkia en Josia worden geprezen, terwijl afvallige koningen worden bekritiseerd. Het boek eindigt met de vernietiging van Jeruzalem, maar ook met hoop, door de aankondiging van de terugkeer uit ballingschap onder Cyrus de Grote.