De derde brief van Johannes is gericht aan Gaius, een gelovige die bekendstaat om zijn trouw en gastvrijheid. Johannes prijst Gaius voor zijn steun aan rondreizende broeders die het evangelie verkondigen, en moedigt hem aan om daarmee door te gaan. Hij waarschuwt tegen Diotrefes, een hoogmoedige leider die weigert gezag te erkennen en anderen hindert in hun dienst. Johannes moedigt Gaius aan om het goede na te volgen en niet het kwade, met de belofte dat wie goed doet, uit God is. De brief benadrukt de waarde van gastvrijheid en het belang van samenwerking in de verspreiding van het geloof.