De Bijbel waarschuwt tegen het proberen te communiceren met de doden, een praktijk die vaak necromantie wordt genoemd. Hier zijn enkele verzen en inzichten over dit onderwerp:
- Gods Wet: In de Wet die aan het volk Israël werd gegeven, verbiedt God nadrukkelijk het raadplegen van de doden. In Deuteronomium 18:9-12 staat: “Wanneer u komt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, mag u niet leren handelen naar de gruweldaden van die volken. Er mag onder u niemand gevonden worden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, die waarzeggerij pleegt, die wolken duidt of aan wichelarij doet, die een tovenaar is, die bezweringen doet, die een dodenbezweerder raadpleegt of een waarzegger, of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is een gruwel voor de HEERE…”
- Gevaar van misleiding: Het proberen te communiceren met de doden kan leiden tot misleiding door boze geesten. De Bijbel erkent het bestaan van demonische machten die kunnen proberen mensen te misleiden.
- Voorbeeld van Saul: Een bekend Bijbels verhaal over het raadplegen van de doden is dat van koning Saul die de heks van Endor bezoekt om de overleden profeet Samuel te raadplegen (1 Samuël 28). Dit incident eindigde slecht voor Saul, en het benadrukt de gevaren en de verkeerde keuzes van het proberen te communiceren met de doden buiten Gods wil om.
- Vertrouwen op God: In plaats van te proberen informatie of begeleiding te krijgen van de doden, moedigt de Bijbel gelovigen aan om volledig op God te vertrouwen voor wijsheid, begeleiding en openbaring.
- De doden weten niets van het heden: Volgens sommige interpretaties van passages zoals Prediker 9:5 (“De levenden weten tenminste dat zij sterven zullen, maar de doden weten helemaal niets…”), hebben de doden geen bewustzijn van wat er op aarde gebeurt na hun dood, wat de mogelijkheid van zinvolle communicatie met hen in twijfel trekt.
Samengevat, de Bijbel waarschuwt tegen het proberen te communiceren met de doden vanwege de gevaren van misleiding, het overtreden van Gods wetten en geboden, en de voorkeur om volledig op God te vertrouwen voor alle zaken van het leven.