De Bijbel bevat verschillende verzen en passages die advies geven over het omgaan met boosheid en het vermijden van wrok. Hier zijn enkele voorbeelden:
- Efeziërs 4:26-27 (NBV): “In uw toorn mag u geen zonde begaan: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, geef de duivel geen kans.”Dit vers benadrukt het belang van het beheersen van boosheid en het voorkomen dat boosheid leidt tot zonde.
- Spreuken 14:29 (NBV): “Wie geduldig is toont groot inzicht, wie ongeduldig is toont zijn dwaasheid.”Dit vers moedigt geduld aan als een deugd en benadrukt dat het uiten van ongeduld dwaasheid is.
- Kolossenzen 3:8 (NBV): “Maar nu moet u dit alles: woede, razernij, boosheid, geschreeuw en gevloek uit uw leven bannen.”Hier wordt ons verteld om woede en boosheid uit ons leven te bannen.
- Jakobus 1:19-20 (NBV): “Dit moet u weten, geliefde broeders en zusters: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden, want de woede van een mens brengt niets voort dat in Gods gerechtigheid kan bestaan.”Dit vers benadrukt het belang van langzaam zijn om boos te worden en het vermijden van woede, omdat het geen gerechtigheid voortbrengt.
Over het algemeen leert de Bijbel dat het belangrijk is om boosheid onder controle te houden, niet te zondigen vanwege boosheid en om vergeving en geduld te praktiseren. Het advies is gericht op het bevorderen van vrede, harmonie en rechtvaardigheid in relaties en het vermijden van negatieve gevolgen van boosheid.