De Bijbel biedt geen expliciete verklaringen over het bestaan van een “dierenhemel” of wat er met dieren gebeurt na de dood. De teksten van de Bijbel zijn voornamelijk gericht op de relatie tussen God en de mens en de morele en spirituele verantwoordelijkheden van mensen.
Er zijn echter verscheidene verzen in de Bijbel die sommige mensen interpreteren als indicaties dat dieren een plaats hebben in Gods schepping en dat ze zorg en respect verdienen:
- Genesis 1:25 zegt dat God de dieren schiep en dat het goed was. Dit toont aan dat dieren deel uitmaken van Gods schepping en dat hij over hen waakt.
- Prediker 3:21 stelt de vraag: “Wie weet of de geest van de mens opstijgt naar boven en of de geest van het dier neerdaalt naar de aarde?” Dit kan gezien worden als een filosofische overdenking over de levensadem of geest van dieren, maar het biedt geen definitieve conclusie over het onderwerp.
- Psalm 36:6 spreekt over Gods zorg voor zowel mensen als dieren: “Heer, u bent trouw in alles wat u doet, liefdevol in al uw werken. Heer, uw rechtvaardigheid staat als een machtige berg, uw rechtvaardigheid is als de grote diepte. U, Heer, helpt mensen en dieren.”
Sommige christelijke theologen en gelovigen interpreteren deze verzen in bredere theologische kaders die suggereren dat omdat God zorg draagt voor alle levende wezens, er een vorm van voortbestaan zou kunnen zijn voor dieren na de dood. Anderen nemen aan dat dieren, als deel van de geschapen orde, terugkeren naar de aarde en geen bewustzijn of persoonlijke voortzetting hebben na de dood.
Het concept van een dierenhemel is meer een hedendaags idee, wellicht gebaseerd op onze affectie voor huisdieren en een bredere waardering voor dieren. Het is ook de moeite waard om op te merken dat verschillende religieuze tradities andere perspectieven kunnen hebben over het leven na de dood en de plaats van dieren in het hiernamaals.