De Bijbel, geschreven in een tijd lang voor de moderne medische wetenschap, noemt de ziekte kanker niet specifiek. Dit komt omdat het begrip van ziekten zoals wij die nu kennen – met een begrip van cellulaire en moleculaire processen – in de oudheid niet bestond.
Ziekten in de Bijbel worden vaak beschreven in termen van hun symptomen of effecten, en er wordt zelden een specifieke diagnose genoemd zoals we die vandaag de dag kennen.
Toch spreekt de Bijbel over ziekte in het algemeen en biedt geestelijke en ethische richtlijnen die gelovigen kunnen toepassen bij het omgaan met ziekten, waaronder kanker:
- Gods soevereiniteit en genezing: Veel passages benadrukken Gods macht over ziekte en lijden. Er zijn verhalen over genezingen die plaatsvinden door geloof en gebed (Jacobus 5:14-15).
- Troost en steun: De Bijbel biedt troost in tijden van lijden. Psalm 46:1 bijvoorbeeld, verklaart God als “toevlucht en kracht, een zeer aanwezige hulp in benauwdheden.”
- De rol van de gemeenschap: Christenen worden aangemoedigd om voor elkaar te zorgen, vooral in tijden van ziekte. De brieven van Paulus praten vaak over het ondersteunen van de zieken en zwakken binnen de gemeenschap (Galaten 6:2).
- Het lijden en de hoop: Het Nieuwe Testament spreekt over lijden als onderdeel van het menselijk bestaan en moedigt gelovigen aan om hoop te behouden, wetende dat lijden tijdelijk is en dat er een belofte is van eeuwig leven zonder pijn of ziekte (Openbaring 21:4).
- Ethische overwegingen: De Bijbel benadrukt het belang van mededogen en het bieden van zorg aan de zieken, wat kan worden toegepast op hoe men degenen die aan kanker of andere ernstige ziekten lijden, behandelt.
Hoewel de Bijbel niet rechtstreeks over kanker spreekt, biedt het een raamwerk van zorg, troost, en hoop voor degenen die met ziekten kampen, en voor hun families en gemeenschappen die hen ondersteunen.