Stelling, moet je als een christen of als mens pestgedrag toelaten of moet je er iets tegen doen. Stel op je werk wordt iemand stelselmatig gepest, wordt je dan een mede pester of wil je het pesten stoppen. Kan pesten ook binnen een geloof gemeenschap en wat doe je eraan.
Als niets doet, wordt je een mede pester. Dit deze stelling kreeg ik toegestuurd. Jullie kunnen hierop reageren.
Pestgedrag gebeurt, vaak heel subtiel, door een pester. Deze weet precies waar hij of zij moet prikken. Dit soort pesten is moeilijk bewijsbaar, omdat de betrokkene zijn handen in onschuld wast.
Als je naar pestgedrag kijkt heeft in een groep vaak één of twee persoon de leiding en de rest zijn volgers. En er durft bijna niemand tegen dit soort pesters op te staan. Als de leiding weg valt, valt ook het pestgedrag weg. De volgers zijn dan even stuurloos.
Pesten is het gedrag waarbij iemand herhaald en gedurende langere tijd door anderen bejegend wordt op manieren die leiden tot fysieke verwonding en/of psychisch lijden. Dit kan variëren van woordgrapjes tot structureel geweld en afpersing. In extreme gevallen kan het leiden tot zelfdoding van het slachtoffer.
De bekendste vormen zijn pesten op school en pesten op de werkvloer. Maar ook daarbuiten kan pesten voorkomen, zoals op straat, op universiteiten en hogescholen, binnen verenigingen, of tussen buurtbewoners. Pesten is structureel en brengt het slachtoffer tot wanhoop. Pesten is een universeel, niet cultuurgebonden verschijnsel. Onderzoek heeft aangetoond in Noord-, Midden- en Zuid-Europa vrijwel evenveel en op dezelfde manieren gepest wordt. Ook in de Verenigde Staten en Japan komt het voor. Pesten kan verbaal, fysiek of elektronisch van aard zijn. De laatste vorm heeft als cyberpesten sinds de intrede van het internet en bedrijfs- en schoolservers een hoge vlucht genomen.
Bekende vormen van pestgedrag zijn:
Het slachtoffer doodzwijgen;
Over het slachtoffer roddelen of hem publiekelijk voor schut zetten;
Het slachtoffer in de les voortdurend afleiden. Vaak komt het ook voor dat het slachtoffer, wanneer hij iets terugzegt of terugslaat, van de leraar straf krijgt. Dit tot groot vermaak van de daders;
Fysieke intimidatie, mishandeling, happy slapping;
Verbale intimidatie;
Afpersing: het slachtoffer moet geld of goederen aan de pester(s) geven of klusjes voor hen doen;
Beschadiging, vernieling, diefstal of kwijtmaken van eigendommen van het slachtoffer;
‘Grapjes’ met het slachtoffer uithalen, zoals een muis in de broodtrommel stoppen of een scheetkussen op de stoel leggen;
Voortdurend kritiek op het slachtoffer uitoefenen;
Cyberpesten.
Cyber pesten komt steeds meer voor.
Pesten is gemeen. Je moet degene helpen die gepest wordt, door vooral niet mee te doen en hem of haar te steunen. Het is best wel moeilijk omdat de gepeste vaak getraumatiseerd zijn en in alles een bedreiging zien.
Tegenwoordig is het online pesten. Pesten gebeurt in alle lagen van de bevolking. Je moet ook de pester helpen, er is een reden voor dat hij of zij pest.
Comments are closed.