De Bijbel is opgedeeld in twee delen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament.
Het Oude Testament bevat 39 boeken en is verdeeld in vier secties:
- De Wet (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium)
- Geschiedenis (Jozua, Rechters, Ruth, 1 Samuel, 2 Samuel, 1 Koningen, 2 Koningen, 1 Kronieken, 2 Kronieken, Ezra, Nehemia, Esther)
- Wijsheid (Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied)
- Profeten (Jesaja, Jeremia, Klaagliederen, Ezechiël, Daniël, Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefanja, Haggai, Zacharia, Maleachi)
Het Nieuwe Testament bevat 27 boeken en is verdeeld in vijf secties:
- Evangeliën (Mattheüs, Marcus, Lucas, Johannes)
- Geschiedenis (Handelingen van de Apostelen)
- Brieven van Paulus (Romeinen, 1 Korintiërs, 2 Korintiërs, Galaten, Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, 1 Tessalonicenzen, 2 Tessalonicenzen, 1 Timoteüs, 2 Timoteüs, Titus, Filemon)
- Algemene brieven (Hebreeën, Jakobus, 1 Petrus, 2 Petrus, 1 Johannes, 2 Johannes, 3 Johannes, Judas)
- Profetie (Openbaring)
Deze indeling verschilt echter enigszins tussen verschillende christelijke denominaties en versies van de Bijbel.
Een bijbelvers is een afzonderlijke zin of een aantal zinnen binnen een hoofdstuk van de Bijbel. Het hoofdstuk is een verzameling van opeenvolgende verzen die gewoonlijk een onderling samenhangend thema hebben. In de meeste Bijbelvertalingen zijn de hoofdstukken en verzen genummerd, waardoor het gemakkelijker wordt om te verwijzen naar specifieke delen van de Bijbel. Zo wordt bijvoorbeeld het bekende Johannes 3:16 gebruikt om te verwijzen naar het zestiende vers van het derde hoofdstuk van het Johannesevangelie.